Recensie:            Op weg naar Bethlehem
Koor:                   Gelders Oratoriumkoor
Solisten:              Elisabeth Poz (sopraan)
Matthew Smith (tenor)
Joep van Geffen (bas)
Organist:             Ere Lievonen
Leiding:               Ilia Belianko

Zo rond de kersttijd wordt op vrijwel elk denkbare plek muziek passend bij de feestelijke tijd uitgevoerd. De hoeveelheid Engelse (koor)muziek is daarbij overweldigend zodat je je wel eens afvraagt of het stalletje niet in de buurt van Londen moet hebben gestaan en of Efrata’s velden niet ergens in Wales hebben gelegen.

De Engelsen hebben blijkbaar een patent op het voelbaar maken van de romantiek die er om de geboorte van Jezus heen hangt. Ook het GOK ontkomt er niet aan en vulde derhalve de fraaie Grote Kerk van Epe met een volledig Engels programma. Het hoofdwerk is de kerstcantate “Bethlehem” van John Maunder. Voor de pauze staan Stanford, Willcocks en Rutter op het programma.

Het Magnificat van Stanford opent de avond. Dit onbekende werk blijkt een lekkere starter voor het GOK. De koorklank is meteen goed, het geheel klinkt solide.  Dit is vooral hoorbaar in het eerste deel en in het slot (beginnend bij “He remembering His mercy” en het “Amen”). De sopranen hebben als sectie een solo die ze mooi invullen. Als geheel vallen de mooie dynamische verschillen positief op. Het verdient wel aanbeveling om aan de uitspraak te werken; niet alles is verstaanbaar. Een onduidelijke uitspraak gaat ten koste van een goede toonvorming en een doorleefde presentatie, daar is dus winst te boeken.

De organist geeft blijkt van een dienstbare houding. Dit hele deel voor de pauze reageert hij adequaat op wat er in het koor gebeurt. Zijn prima begeleiding en dito registratie zijn comfortabele pijlers onder de verrichtingen van het koor.

In het tweede lied, Angelus ad virginem van Willcocks, is een solo weggelegd voor de mannenstemmen. Ook voor hen een compliment, al moet gezegd dat ze een beetje de neiging hadden tot jagen. Het derde couplet is het antwoord van Maria op de boodschap van de engel. Dit werd gezongen door de sopraan Elisabeth Poz. Wie eerdere concerten van het GOK heeft bijgewoond kent haar heldere, krachtige sopraangeluid. De ligging van dit deel was echter net onder haar prettige ligging. Desalniettemin zong ze prima.

Tot slot stonden voor de pauze 4 liederen van John Rutter geprogrammeerd: Candlelight carol, Star carol, Angel’s carol en Christmas lullaby.

De prachtige, melodieuze muziek van Rutter past goed bij de koorklank van het GOK. De frasering is uitstekend, mooie dynamische verschillen: er wordt steeds echt een verhaal verteld, waardoor de muziek meer gaat leven. In het eerste lied hebben de tenoren een solo die goed wordt ingevuld. Ze mogen iets meer overtuigd zijn van hun eigen kunnen; een iets brutalere houding kan de klank en performance ten goede komen. Het a-capella deel blijft goed op toon.

Ook het tweede lied wordt prachtig uitgevoerd. In het derde couplet van dit lied stelt het koor zich dienstbaar op zodat de solo door de sopranen mooi tot zijn recht komt.

Ook in het derde lied wordt er mooie muziek gemaakt; de duetten tussen de verschillende stemgroepen worden met zorg uitgevoerd en zijn goed op elkaar afgestemd.

In alle liederen echter verdient de uitspraak meer aandacht: woorden worden slordig of onduidelijk uitgesproken. Daardoor komt de klankschoonheid- en kleur soms in het geding. In het vierde lied leidt dat zelfs tot onzuiver zingen in het derde couplet dat (opnieuw) a-capella wordt gezongen. Gelukkig weet het koor zich bij het laatste refrein: “Ave Maria” weer te herpakken. Dit wordt overtuigend neergezet. Het lied eindigt heel verstild; en ik vind dat zelf heel mooi zo voor de pauze.

Na de pauze is de muziek van Maunder aan de beurt.

Aan het woord is een jonge schaapherder, waarmee meteen duidelijk is dat we beginnen op velden van Bethlehem. Elisabeth Poz geeft de herdersjongen een mooie muzikale invulling.

Het koor reageert prima als engelen; helaas rommelen de mannen wat als zij moeten antwoorden: “who was He”.

Het is te horen dat het koor het leuk vindt de diverse rollen die de componist hen in het stuk geeft in te vullen. Ze reageren prima op de aanwijzingen van hun dirigent en klinken vol overtuiging. De verschillende partijen kleuren mooi zodat er een rijke koorklank ontstaat die interessant is om naar de luisteren. Dat er ook aan techniek wordt gewerkt laten de sopranen horen: zij sluiten het laatste koor van het het eerste deel af met mooi gezongen hoge tonen.

Dat het koor over prima zangers beschikt bewijzen de vier koorsolisten die een enkele keer als kwartet hun aandeel hebben in “Bethlehem”. Ze goed voorbereid op hun taak en zingen ze overtuigend. De stemmen kleuren goed bij elkaar, hoewel de middenstemmen wat meer zekerheid mogen laten doorklinken in hun partijen.

In het tweede deel heeft de bas/bariton een groot aandeel. Hoewel het om twee verschillende stemmen gaat, wordt dit gezongen door 1 man: Joep van Geffen. Hij beschikt over een rijke, warme bas/bariton. Hij weet zijn partij vol overtuiging en met een prachtige lyriek neer te zetten. Aan het slot van dit tweede deel moet hij zelfs in duet (vraag en antwoord) met zichzelf. Hij weet dit heel knap te doen. Het koor heeft hier de rol van reiziger: ook zij kwijten zich hier goed van hun taak: de piano inzet, het crescendo en decrescendo beheersen ze prima waardoor de suggestie wordt gewekt dat de reizigers aankomen, bij ons zijn en weer verder trekken. Een prachtig deel!

De tenorsolist, Matthew Smith, klinkt wat vermoeid. Zijn hoogte wordt gedurende de avond steeds iets minder en in het duet met de bas, in het derde deel,  weet hij helaas niet voldoende partij te bieden.

Het “O softly, softly”, is het mindere koordeel, ze zakken een beetje waardoor het geheel onzuiver wordt. Elisabeth Poz zingt een slaaplied als Maria: ze doet dit met een prachtige interpretatie. De reactie van de tenoren en bassen tussen couplet twee en drie is adequaat.

Het koor hersteld zich en de slotdelen worden mooi gezongen: de klank blijft tot het eind toe prima en met de goede intentie.

Door het goede kijkwerk naar de dirigent kan deze zijn koor goed meenemen in een geloofwaardige interpretatie: Ilia Belianko weet duidelijk wat de sterke punten van zijn koor zijn. Hij weet met zijn zangers mooie lyrische lijnen te ontwikkelen en een mooi afwisseling in dynamiek te creëren. Zijn adequate, duidelijke directie en mimiek zorgen ervoor dat zijn koor precies weet wat hij wil. En dat betaalde zich uit in een mooie, muzikale avond.

 Feestelijke Messiah door Gelders Oratoriumkoor

April 2017

Het Gelders Oratoriumkoor bestaat 25 jaar en pakte voor de gelegenheid  groots uit met een jubileumconcert in de Grote Kerk van Elburg,  een  uitvoering van de Messiah, het geliefde meesterwerk van G. F. Handel, waarin  verdriet en feestvreugde rondom leven en sterven van Jezus Christus centraal  staan. Waarbij vreugde en dankbaarheid uiteindelijk de boventoon voeren,  gevoelens die ook overheersen bij het zilveren jubileum van dit regionale  oratoriumkoor, dat in de afgelopen kwart eeuw zijn sporen meer dan verdiend  heeft.

Immers, het koor heeft in die jaren een grote verscheidenheid aan  monumentale werken over het voetlicht gebracht. Talrijke componisten  kwamen voorbij, van Schütz tot Beethoven, van Bach tot Mozart en  Mendelssohn. Maar ook hedendaagse composities ontbreken niet: in 2015  werd Ola Gjeilo’s  “Sunrise Mass” met veel succes uitgevoerd en volgend jaar s  staat Bob Chilcott’s Requiem op het repertoire.

Sinds 2014 is het Ilia Belianko, die de zangers en zangeressen van het Gelders  Oratoriumkoor mag meenemen in zijn muzikale gedachtengoed. Dat hij hierin  geslaagd is, was wonderwel hoorbaar in deze magnifieke Messiah met een  uiterst doorzichtige, lichte koorklank waarin elke koorpartij goed tot zijn recht  kwam.

De akoestiek van de Grote Kerk is in die zin gevaarlijk dat de rijk versierde  melodieën vaak verzanden in een dikke klankbrij. Niet bij Belianko en de  zijnen. Licht, helder en precies: deze kenmerken waren vanaf de eerste inzet  tot de laatste noot essentieel.

Het maakte het luisteren naar dit koor tot een feest voor het oor. De inzetten  waren punctueel; de muzikale lijnen kwamen goed uit de verf; de fugatische  partijen vloeiden soepel in elkaar over; de coloraturen van de alten en de  sopranen werden helder neergezet; de balans tussen de tenoren, alten en  sopranen was mooi in evenwicht; de ondersteuning door de bassen, zelfs in de  technisch lastige loopjes, vormde een mooie basis voor een prachtige  koorklank. Het koor had duidelijk veel aandacht besteed aan articulatie,  dynamiek en expressie, zo belangrijk in dit vaak virtuoze werk. Ging er dan  niets mis? Natuurlijk. Maar de kleine foutjes, niet of nauwelijks opgemerkt  door de genietende toehoorder in de kerk, werden binnen enkele maten  rechtgezet. Hoogtepunt was ook bij deze Messiah uitvoering  het Halleluja  koor. Geweldig uitgevoerd, rijk van stemkleur, met brede stemvoering  neergezet. Chapeau voor het koor in hun schitterend eerbetoon aan de King of  Kings en de Lord of Lords.

Dirigent Ilia Belianko mocht zich ook gelukkig prijzen met de begeleiding door  het uitstekende Nationaal Symfonisch Kamerorkest, dat niet alleen in zijn  ensemblespel een geweldige muzikaliteit en virtuositeit ten toon spreidde,  maar ook over eersteklas solisten bleek te beschikken. Daarnaast vormden de  sopraan Elma van den Dool, de alt Myra Kroese, de tenor François Soons, en  de bas Nanco de Vries met hun prachtige vertolkingen van de recitatieven en  aria’s voor de parels in de kroon van deze geweldige Messiah, een feestavond  om te koesteren, met veel muzikale hoogstandjes en een prachtig evenwichtig  koorgeluid. Een groot compliment voor de dirigent, die met deze uivoering  zichzelf, de toeschouwers en, last but not least, zijn Gelders Oratoriumkoor,  een prachtig verjaardagsgeschenk aanbood .